Ontwikkeling

Ontwikkeling van LETSystemen en financiering van ontwikkeling

Een voormalig lid van “LETS Antwerpen Stad vzw”, Christine, had gesproken met Michael Linton en had geuit zij het moeilijk vond om deel te nemen. Waarop Michael Linton had geantwoord dat hij drie mankementen zag. Christine kon zich niet precies meer herinneren wat Michael Linton geantwoord had. Dus stelde ik hem zelf de vraag. “Wat zijn de drie mankementen die je ziet bij LETS Antwerpen Stad vzw?"

(*Inmiddels heeft LETS Antwerpen Stad vzw op haar algemene vergadering van april 2019 besloten dat de vereniging hernoemd wordt naar Tijdbank Antwerpen Stad vzw, daar het besef is gegroeid dat haar activiteit niet valt onder de definitie van een LETSysteem.)

Michael
Dus, drie dingen:

  1. Kleinschaligheid
  2. Niet de bedrijven betrekken: de restaurants, de kleinhandel, de kapsalons, de medische … En de hele wereld gebruikt geld. Waarom zou de wereld geen geld gebruiken dat rondgaat en terugkomt? Ze niet betrekken is waardeloos denk ik.
  3. Waarschijnlijk ging het over “interLETS”. Ik denk dat Christine dat ten berde bracht en ik zal waarschijnlijk hebben gezegd: Vergeet het. Dat is krankzinnig.

Ik denk dat het allemaal neerkomt op: Zie je opportuniteit of zie je enkel één antwoord, één oplossing? En dat er een gevoel is dat zegt: “DIT zal werken! We gaan het ZO doen”? Wanneer mensen zo denken worden ze heel gering in hun analyse en benadering. En dat is waarschijnlijk het cruciale probleem. Het niet zien van de reikwijdte en de mogelijkheid wat dit inhoudt. … Dat er niets is van wat we met conventioneel geld doen dat ook niet een gemeenschapsgeldnetwerk ermee verbonden kan hebben. En wij streven naar … wel, ik bedoel niet echt “streven”, … Wij verwachten dat geldnetwerken van het soort dat we beschrijven, eenvoudige wederzijds kredietsystemen, dat deze tot 30 procent van de economie kunnen uitmaken. Dat een stad als Antwerpen misschien 10.000 geldsoorten kan hebben, in werking in Antwerpen zelf. Misschien enkel 15 à 20 of zoiets die groot zijn, substantieel, overheersend. Die “het” geld zijn. Dit is het geld waar je gewoon aan raakt. Maar daarbuiten, al die sectoren. Al die specifiteiten. Al die tribale relaties… De kudde mensen die een voetbal club volgen. Degenen die houden van die muziekgroep. De mensen die dat theater volgen. Mensen wiens kinderen op die school zitten. Al die groepen die een reden hebben om naar zichzelf te kijken … Niet om anderen uit te sluiten, maar om te verbeteren wat ze met zichzelf kunnen doen. Dat is niet om te zeggen: wij en niet de anderen, maar om te zeggen: we kunnen het beter doen. We zouden dus iedereen in Antwerpen met Open Money accounts willen zien en zo armoede willen elimineren in Antwerpen. In noord Europa. In de wereld.

Maarten
Op dit moment is het een nogal exclusief … De gedachte hier is gewoonlijk min of meer dat je niet meer dan één LETSysteem in hetzelfde gebied kan hebben…

Michael
Kerk? Klinkt je dat niet als een kerk in de oren? Mij lijkt me dat een kerk. Weet je. Dit is hoe deze controle mechanismen en angsten over verschillen zich manifesteren. En zich vertonen als institutionele administratieve macht en controle. Ik ging eens naar Australië. En in het westen van Australië, in Perth, waren ongeveer 10 LETSystemen. In die stad en regio. En ik dacht: Oh, fantastisch, deze jongens zijn helemaal klaar om deel uit te maken van hun grotere netwerken en zo. Geen “interLETS”, maar een groter systeem. Waarom hebben we niet eveneens een groter systeem? En dat was wanneer we voor het eerst software hadden die dat mogelijk maakte. Het was feitelijk geschreven in ‘92, in Perth, Australië. Toen ik daar was zat ik naast de programmeur en ik sloeg hem tot hij het resultaat produceerde. Een goede manier! Het waren enkel DOS programma’s echter. En we probeerden die DOS programma’s over te zetten op Windows en later naar het internet. Het was echt … We konden het nooit echt aantrekkelijk maken. Maar toen we daar in die omstandigheden in West Australië waren met deze 10 systemen en ik zei: Waarom werken we niet allemaal samen? Dan zeiden alle beheerders daarop nee. Het zou hun systeem beschadigen om deel uit te maken van enig iets anders dan henzelf. En er was een soort van sociale psychose onder de beheerders denk ik. Ze waren zelf-afhankelijk en zelf-bevestigend. Ze geloofden hun eigen fantasie. En het leek erop dat ik niets kon doen. En ik heb dit vele keren meegemaakt sindsdien. Dat, als een systeem een het een tijdje overleeft, zelfs maar een paar jaar, dat er dan de neiging bestaat dat 2 of 3 mensen het beheren, karakteriseren, definiëren en vormgeven. En ze staan erop dat het enkel zo moet zoals zij het zien. Het is natuurlijk. Het is hoe de menselijke cultuur altijd heeft geassimileerd en zich dingen toegeëigend. We trachten eerder te situatie te beheersen dan er open voor te staan. En dus denk ik dat deze gesloten gedragingen het natuurlijke gevolg zijn van een open opportuniteit. En dat is zwaar. Ik ben erg kritisch, weet je. ERG kritisch. Maar, zo lijken de dingen te zijn.

Maarten
Wel, misschien als het heel gemakkelijk wordt om systemen te creëren … Als de software het mogelijk maakt dat je een systeem kan creëren met een muisklik …

Michael
Ja, dat is alles wat je moet doen.

Maarten
… Als natuurlijk gevolg zullen dan vele systemen gecreëerd worden. … Maar dan moeten deze nog altijd bekostigd worden op de één of de andere manier. Vele systemen en gebruikers zullen gecreëerd worden.

Michael
Ik denk dat het heel wat tijd zal duren eer kosten door trafiek van zodanig belang zullen zijn dat we beginnen nadenken over gelokaliseerde installaties, load shedding, gedistribueerde centers enzovoort. Op dit moment is ons systeem niet volledig gedistribueerd. Het einddoel is dat je telefoon een server is. En mijn telefoon is ook een server. En dat we met elkaar kunnen communiceren met het Open Money protocol. En datgene wat in enige mate gecentraliseerd is, zijn enkel de namen van de mensen die toegang hebben tot deze geldsoort. We zouden waarschijnlijk een blockchain gebruiken om vast te leggen dat de Antwerpse munt deze mensen omvat. Of deze bedrijven. Maar dat is alles waar we de blockchain voor hebben. Het is de enige referentie. En het zou een gelokaliseerde blockchain zijn. We gaan het enkel laten bestaan bij mensen voor wie het betekenis heeft,. Bijvoorbeeld de partijen in het Antwerpse systeem. Mijn telefoon, keyboard, desktop, eender wat, … Mijn toestel zou dan een transactie zenden naar het jouwe. Dat zou cryptografisch geëncodeerd zijn en de transacties bestaan dan enkel tussen de twee spelers en de muntbeheerder. De muntbeheerder is degene die de munt geopend en gedeclareerd heeft. En er kunnen meerdere muntbeheerders zijn. Zij zien de hele transactiegeschiedenis. En dat schaft hen gelegenheid om een transactie te blokkeren, of ongedaan te maken, of een persoon te blokkeren in de munt. Maar dat is alles. Er is niet meer dat je kan doen dan te zeggen, je bent een storend element, ga weg, en mensen aldus te blokkeren. Maar uiteindelijk moet de situatie zijn dat de kleine gecentraliseerde belasting plaatselijk gelokaliseerd wordt en dat alle trafiek feitelijk gedragen wordt door de toestellen van gebruikers. We hebben de werkingskosten van LETSystemen nooit als significant beschouwd. De kost van ontwikkeling en propaganda is WEL significant. HEEL significant. En tenzij er een ontwikkelingsprogramma bestaat van misschien 10, 20 mensen die werken aan communicatie, publiciteit, introductie, opleiding, eender wat, … zonder dat … groeit het maar heel traag en heel raar. Maar anders ligt het met, zeg maar, een half dozijn mensen in Antwerpen die een degelijk ontwikkelingsprogramma managen dat bedrijven binnenhaalt. VEEL bedrijven. En van deze bedrijven krijg je een bijdrage. De bedrijven zullen betalen voor de opleiding om dit nieuwe geld te gebruiken. Je rekent hen niets aan om het geld te hebben. Het geld is gratis. Het systeem is gratis. De opportuniteit is gratis. Er is voor niemand enige belemmering om het systeem te gebruiken. Weze het Unilever of Philips. Zij kunnen toegang hebben tot het systeem. En we zullen niet … We rekenen hen niets aan. Maar als zij de ontwikkeling willen ondersteunen, dan betalen zij een bijdrage voor de opleiding. Een bijdrage voor een Antwerpse ontwikkelingsgroep, of een Amsterdamse ontwikkelingsgroep, of een Kopenhaagse ontwikkelingsgroep, of eender waar. … Er moet gelokaliseerde ontwikkeling zijn want lokaal is waar het plaatsvindt. En onze visie is dat dat gefinancierd kan worden en dat dat gefinancierd MOET worden en dat dat gefinancierd moet worden vanuit de interne werking. Niet vanuit overheidssubsidie of een filantropisch agentschap of durfkapitalisten of iets van die strekking. Het zou een erg eenvoudig …

Maarten
Van onderuit? Want je ziet problemen wanneer het van bovenaf komt? Dat het misschien vergezeld is met een bepaald programma wanneer het van bovenaf komt?

Michael
Er is een neiging … Bij voorbeeld, de mensen in Antwerpen die een subsidie hadden om software te schrijven voor dit, hebben mij nooit gecontacteerd …

Maarten
Misschien was je destijds niet zo goed bereikbaar? Ok, ik veronderstel dat ze je een e-mail hadden kunnen sturen.

Michael
Ja, ik was in Londen destijds. Ik was dus niet ver weg. En, … maar ze hebben het niet gedaan, zie je? En dat is wat gebeurt wanneer mensen geld vinden dat van ergens komt. Oh, we hebben een subsidie. WIJ hebben een subsidie. WIJ. En ze sluiten zich af. En ze worden een kleine wereld op zichzelf. En dan worden ze gewoon een kleinzielig spelletje. En in het algemeen draait dat spelletje rond de vraag: “Wat brengt ons naar de volgende subsidie?” Dus probeer je je te schikken naar de veronderstellingen van de subsidie-verstrekker, enzovoorts. Dus, het is een erg armzalig, bekrompen model. En het is een model dat begint met de verklaring: “Ons geld heeft geen betekenis. We hebben jouw geld nodig, zodat we ons zielige spelletje kunnen spelen.” Dat is wat er echt gezegd wordt. Als we onze systemen niet effectief kunnen gebruiken en vanuit hen de middelen kunnen genereren die we nodig hebben om ze uit te breiden, te ontplooien en te verbeteren, dan werken onze systemen niet. Het is de oude theorie in software: Eat your own dog food. Gebruik je eigen software. Als je niet je eigen software gebruikt. Dan … waarom? En wat betreft de kwestie van het genereren van inkomsten … Als ons geld niet goed genoeg is voor ons … Waar zijn we dan mee bezig? Dus ik denk dat de uitdaging die elke serieuze ontwikkelingsgroep op zich moet nemen, is te kijken hoe dit middel te gebruiken om om zichzelf op te starten. En we hebben onze visie hierop gepubliceerd. En onze implementaties vele malen gedemonstreerd. Maar buiten de stad … We zijn hier 4 uur verwijderd van Vancouver en 3 uur van Victoria … Dat zijn onze twee grote steden … Dat maakt het heel duur om het daar te proberen en een kantoor te openen, een proces op te starten, een ontwikkeling op poten te zetten. We hebben zo vier pogingen gedaan om in een stad te zijn. En we gingen telkens helemaal blut. En in mijn eigen lokale plaatsje … Hoewel het ons niets kost om het hier te doen. Weet je, ik woon hier. Ik moet geen kamer hebben om in te werken en een kamer om in te slapen. Wel, ik HEB een kamer om in te werken en om in te slapen. (lacht) Deze plaats is dus goedkoop. Maar ze is ook … We hebben gedurende 30 jaar gesproken hier in dit plaatsje. Wat betekent dat gedurende 30 jaar mensen ons genegeerd hebben. En ze zullen het nog een tiental jaren doen. We hebben dus een probleem dat we middelen kunnen ontwikkelen op deze rare plaats die we niet echt kunnen gebruiken. En onze taak is om elders mensen te vinden die deze gereedschappen kunnen gebruiken. Mensen die ze kunnen begrijpen … om ze tot significant genererende eenheden te maken in hun wereld.

Maarten Vandekeybus